Coronacrisis: Werktijdverkorting? (VERVANGEN DOOR ‘NOW’)

(LET OP: inmiddels vervangen door tijdelijke noodmaatregel NOW, zie ons nieuwsbericht hierover en hieronder onder ‘Update’)
Werkgevers die hun personeel vanwege bijzondere omstandigheden tijdelijk niet of minder kunnen laten werken, kunnen op de website van het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een vergunning voor werktijdverkorting aanvragen. Omstandigheden rondom COVID-19, het nieuwe coronavirus, kunnen een reden zijn om zo’n vergunning aan te vragen. Als de vergunning wordt verleend, dan mag de werkgever zijn werknemers tijdelijk minder laten werken. De werkgever hoeft de werknemers geen salaris te betalen over de minder gewerkte uren.

Wat is werktijdverkorting?

Om het inkomensverlies van de werknemers te compenseren, kan de werkgever WW-uitkeringen aanvragen voor het personeel over de minder gewerkte uren. Meestal zal de werknemer dan wel alsnog minder inkomsten ontvangen: de WW-uitkering is namelijk een percentage van het salaris (eerst 75% en later 70%) en gemaximeerd tot het maximum maandloon (€ 4.769,34 bruto exclusief 8% vakantiebijslag in 2020). Ook niet alle werknemers zullen in aanmerking komen voor een WW-uitkering, bijvoorbeeld als zij nog niet maar net op de arbeidsmarkt zijn.

Werkgevers kunnen ervoor kiezen de salarissen aan te vullen tot het gebruikelijke niveau zodat de werknemers nog steeds hun volledige loon ontvangen. Soms zijn werkgevers hiertoe verplicht, bijvoorbeeld wanneer dat in een cao staat.

Voor wie?

De vergunning voor werktijdverkorting geldt in principe alleen voor werknemers voor wie de werkgever een loondoorbetalingsplicht heeft. De vergunning geldt niet voor zieke werknemers; die werken namelijk niet en komen ook niet in aanmerking voor een WW-uitkering. Voor zieke werknemers geldt de gebruikelijke loondoorbetalingsplicht bij ziekte. De vergunning voor werktijdverkorting geldt verder niet voor oproepkrachten met een nul-urencontract en ook niet voor uitzendkrachten.

Wat zijn de voorwaarden?

Werkgevers moeten eerste een werktijdverkortingsvergunning bij het ministerie van SZW aanvragen. Werkgevers krijgen zo’n vergunning als:

  1. hun onderneming is getroffen door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt, zoals de coronacrisis; en
  2. zij verwachten voor een periode van minimaal 2 en maximaal 24 kalenderweken minstens 20% minder werk te hebben.

Als de werkgever een vergunning heeft ontvangen, dan moet dit via het formulier ‘Melding werktijdverkorting’ worden gemeld bij het UWV. Daarna kan via het formulier ‘Aanvraag WW-uitkering bij Werktijdverkorting’ de uitkering worden aangevraagd bij het UWV. Een verleende vergunning geldt voor maximaal 6 weken vanaf de datum waarop de aanvraag is ingediend. Na afloop van deze periode kan de werkgever een verlenging van de vergunning aanvragen als de situatie in zijn bedrijf dan nog niet is verbeterd. De werktijdverkorting kan in totaal 24 weken duren.

Wanneer geen vergunning?

Een vergunning voor werktijdverkorting wordt in ieder geval niet verleend:

  1. over de periode vóór de datum waarop de vergunningsaanvraag door het ministerie van SZW is ontvangen;
  2. als de werkgever meer personeelsleden heeft dan nodig voor de redelijk te verwachte behoefte; of
  3. als er minder werk is vanwege een werkstaking.

Update: Dinsdagavond 17 maart 2020 is de tijdelijke Noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) afgekondigd en is de regeling werktijdverkorting per direct komen te vervallen. NOW voorziet onder voorwaarden in een tegemoetkoming in de loonkosten van maximaal 90% gedurende 3 maanden, óók voor flexwerkers. Al gedane aanvragen voor werktijdverkorting, worden automatisch beschouwd als een aanvraag voor deze nieuwe regeling. Aanvragen voor NOW kunnen bij het UWV worden ingediend vanaf een nader te bepalen moment.

Wij zullen hierover blijven informeren op onze LinkedInpagina en/of op deze website. Bij het KvK Coronaloket is algemene informatie te vinden over dit onderwerp.