Testen werknemers op alcohol, drugs en medicijnen: nee, zegt de AP

Bij veel functies is het van het grootste belang dat werknemers niet onder invloed zijn van alcohol, drugs of medicijnen. Denk aan piloten, chirurgen, chauffeurs, machinisten, chirurgen en machinebedieners (operators). Het lijkt dan ook voor de hand te liggen dat werkgevers altijd een alcohol-, drugs- en medicijntest mogen afleggen bij werknemers in dit soort functies. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’) is dit niet geval: de AP vindt dat een werkgever niet zomaar van alle werknemers kan eisen dat ze meewerken aan een alcohol-, drugs- of medicijntest.

Standpunt AP

De AP heeft in maart 2019 haar standpunt over het afnemen bij werknemers van een alcohol-, drugs- en medicijntest bekendgemaakt. De AP neemt hierbij als uitgangspunt dat de resultaten uit zo’n test onder gezondheidsgegevens vallen en dus ‘bijzondere persoonsgegevens’ in de zin van AVG zijn. Bijzondere persoonsgegevens zijn persoonsgegevens die heel erg privacygevoelig zijn. Daarom mogen die gegevens in principe überhaupt niet worden verwerkt, tenzij er sprake is van een van de in de AVG genoemde uitzonderingen (en er natuurlijk sprake is van een wettelijke verwerkingsgrondslag).

Volgens de AP mogen alleen werkgevers die een beroep kunnen doen op een wettelijke uitzondering voor het afnemen van alcohol-, drugs- en medicijntest dit soort testen afnemen. Deze uitzonderingen zijn opgenomen in de Scheepsvaartwet, de Spoorwegenwet, de Wet lokaal spoor en de Wet luchtvaart. Als je dus niet onder een van deze wetten valt, mag je als werkgever geen alcohol-, drugs-, en medicijntest bij werknemers afnemen.

Uniper

Tot dit standpunt kwam de AP al eerder na een onderzoek bij energiebedrijf Uniper Benelux N.V. Uniper heeft de testen inmiddels afgeschaft. In deze zaak oordeelde de AP bovendien dat het inzetten van drugshonden om te controleren of werknemers drugs bij zich hadden, ook een te vergaande en intimiderende beleidsmaatregel betrof, waarvoor de noodzaak niet kon worden aangetoond.

Alternatieve ‘oplossing’

De AP zegt dat zij zich kan voorstellen dat bedrijven die niet onder een wettelijke uitzondering vallen, toch de mogelijkheid willen hebben om werknemers te testen. De AP adviseert deze bedrijven om een verzoek in te dienen bij de wetgever om de wettelijke mogelijkheden op dit gebied te onderzoeken. Een andere oplossing is, volgens de AP, om als bedrijf strikte regels te hanteren om het gebruik van alcohol, drugs en bepaalde medicijnen tegen te gaan.

Conclusie

Tenzij je als werkgever valt onder de Scheepsvaartwet, de Spoorwegenwet, de Wet lokaal spoor en de Wet luchtvaart, mag je volgens de AP werknemers niet testen op alcohol-, drugs-, en medicijngebruik. Ook niet op vrijwillige basis. Het gaat namelijk om de resultaten; die mag je niet verwerken. Dit gaat volgens velen wel heel erg ver. Het staat namelijk vast dat het gebruik van alcohol, drugs en bepaalde medicijnen het reactievermogen en de concentratie doet verminderen. Dit kan bij sommige functies grote risico’s hebben. Werkgevers van werknemers in dit soort functies, die niet onder de hierboven genoemde wetten vallen, willen ook niet dat hun werknemers tijdens werktijd onder invloed van deze middelen zijn. Het kan vaak zelfs van vitaal belang zijn om dit te voorkomen. Denk aan fabrieken waarin met gevaarlijke stoffen en/of machines wordt gewerkt. Zolang er geen nieuwe wetgeving op dit gebied komt, of de AP haar standpunt nuanceert, zullen bedrijven deze werknemers niet mogen testen en de risico’s daarvan voor lief moeten nemen.